NIEUW 2015-07
Schrijvers: , G. Andrea e.a.:
"In De Projectenfabriek gaan de schrijvers in op de problematiek van én de oplossingen voor projectmanagement. Ondanks de vele literatuur, methodes en hulpmiddelen om projectmanagement te beheersen, blijkt nog altijd 70% van de projecten niet op tijd, niet binnen budget of binnen scope te worden afgerond.....
Recensie: VERPLICHT LEESVOER VOOR IEDEREEN, DIE MET PROJECTEN TE MAKEN HEEFT!
En wie heeft dat niet in zijn organisatie..................
Lees verder op mijn TOC-pagina: De projectenfabriek
Het boek kun je HIER bestellen.
Dwarsdenker
Berichten over misstanden, constraints en
belemmeringen in de gezondheidszorg en
nonprofit.
Pagina's over bedrijfskunde, social media en
mijn projecten
dinsdag 28 juli 2015
zondag 14 juni 2015
Hoe sociaal is die Participatiewet?
We zijn nu bijna 6 maanden onderweg met de Participatiewet. Deze grote wens van de PvdA moet mensen, die het minimumloon niet kunnen verdienen een kans geven op de arbeidsmarkt. Daarmee kan tegelijk de Sociale Werkvoorziening afgebroken worden en kan het aantal mensen met Bijstand (WWB) verminderen.
Dat klinkt mooi en sociaal, kansen voor iedereen, maar is dat wel zo?
Wanneer mensen uit de Bijstand of voormalige Wajongers een gesubsidieerde baan krijgen, gaat dat dan niet ten koste van anderen, die ook geschikt zijn, in het profiel passen en baanloos zijn?
En kijken we naar die anderen, dan is dat een forse groep. Er waren eind januari volgens het CBS (aantal werklozen ) 646.000 werklozen, waarvan 458.000 een uitkering hebben. Een groot deel van hen zoekt werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt, waar ook de Participatiewet zich op richt.
Daarnaast zijn er zo’n 830.000 ZZP-ers, waarvan een flink aantal noodgedwongen, bv in de bouw. De helft daarvan verdient minder dan €25.000 per jaar.
Deze groep verdient nauwelijks en is niet zichtbaar in de werkloosheidscijfers.
Dan is er een toenemende groep ouderen, die zich teruggetrokken hebben uit de arbeidsmarkt en voor zover mij bekend nergens meer geregistreerd staan en is er de groep schoolverlaters, die wegens gebrek aan werk een vervolgstudie gaan doen. Neem dan nog de extra vluchtelingen, die we de komende jaren een plek moeten bieden en we praten over meer dan een miljoen werkzoekenden.
De vraag is dan logisch: “Heeft één van deze groepen meer recht op een kans op de arbeidsmarkt dan anderen?”
Ik kan geen motief bedenken om één van deze groepen voor te trekken. En welke groep we ook subsidiëren, zolang er geen echte banen bijkomen, heeft het een negatief effect voor de kansen van anderen.
Dus of het nu participatiewet heet, jeugdwerkloosheidsplan of 45+plan, het blijft terugploegen van belastinggeld in de samenleving.
Kijken we minder sociaal en meer economisch, dan is het socialer en economischer om je te richten op het creëren van meer werkgelegenheid.
Dwarsdenker
Dat klinkt mooi en sociaal, kansen voor iedereen, maar is dat wel zo?
Wanneer mensen uit de Bijstand of voormalige Wajongers een gesubsidieerde baan krijgen, gaat dat dan niet ten koste van anderen, die ook geschikt zijn, in het profiel passen en baanloos zijn?
En kijken we naar die anderen, dan is dat een forse groep. Er waren eind januari volgens het CBS (aantal werklozen ) 646.000 werklozen, waarvan 458.000 een uitkering hebben. Een groot deel van hen zoekt werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt, waar ook de Participatiewet zich op richt.
Daarnaast zijn er zo’n 830.000 ZZP-ers, waarvan een flink aantal noodgedwongen, bv in de bouw. De helft daarvan verdient minder dan €25.000 per jaar.
Deze groep verdient nauwelijks en is niet zichtbaar in de werkloosheidscijfers.
Dan is er een toenemende groep ouderen, die zich teruggetrokken hebben uit de arbeidsmarkt en voor zover mij bekend nergens meer geregistreerd staan en is er de groep schoolverlaters, die wegens gebrek aan werk een vervolgstudie gaan doen. Neem dan nog de extra vluchtelingen, die we de komende jaren een plek moeten bieden en we praten over meer dan een miljoen werkzoekenden.
De vraag is dan logisch: “Heeft één van deze groepen meer recht op een kans op de arbeidsmarkt dan anderen?”
Ik kan geen motief bedenken om één van deze groepen voor te trekken. En welke groep we ook subsidiëren, zolang er geen echte banen bijkomen, heeft het een negatief effect voor de kansen van anderen.
Dus of het nu participatiewet heet, jeugdwerkloosheidsplan of 45+plan, het blijft terugploegen van belastinggeld in de samenleving.
Kijken we minder sociaal en meer economisch, dan is het socialer en economischer om je te richten op het creëren van meer werkgelegenheid.
Dwarsdenker
zondag 21 december 2014
Dossier 3 D: Gemeenten geven innovatie geen kans
Een belangrijke doelstelling van de decentralisatie van de zorg naar gemeenten is dat het anders, beter en goedkoper moet worden. De werkelijkheid is weerbarstiger. Gemeenten ontpoppen zich als pure prijskopers, laten alles bij het oude en er is nauwelijks ruimte voor innovatie.
Anders, beter en efficiënter
Dat beeld doemt op als je de resultaten van diverse onderzoeken op een rij zet. De decentralisatie van de zorg naar gemeenten moet ruimte bieden voor nieuwe innovatieve oplossingen op het gebied van jeugdzorg, thuishulp, dagbesteding, begeleiding en participatie. Nieuwe innovatieve oplossingen waarmee de zorg en begeleiding voor kwetsbare jeugdigen en burgers anders, beter en efficiënter geregeld wordt. In alle plannenmakerij van overheid en gemeenten is er veel aandacht voor ‘innovatie’. Althans, op papier. In de praktijk komt er niet veel van terecht. Daar zijn 4 belangrijke redenen voor aan te wijzen.1. Gemeenten zijn prijskopers en kijken niet naar resultaat
Gemeenten (en zorgverzekeraars) blijven op dezelfde manier inkopen als de grote zorgkantoren dat deden. Namelijk per uur of dagdeel en niet gericht op het resultaat (outcome). Via het messcherp aanbesteden van zorg en ondersteuning (door gespecialiseerde inkoopbureaus) waarbij primair gekeken wordt naar prijs. Met als gevolg dat er (a) geen stimulans en ruimte is voor innovatie en (b) dat er een continue neerwaartse prijsdruk ontstaat. Het moet immers goedkoper, goedkoper, goedkoper. Hoe, lijkt niet uit te maken.
Dat concludeert prof. dr. Jan Telgen van de Universiteit Twente in een onderzoek naar de wijze waarop gemeenten zorg en begeleiding inkopen. Zijn conclusie: ‘Veel gemeenten blijven “AWBZ’tje spelen. Dat betekent dat een echt andere invulling van de zorg niet mogelijk is.” Slechts bij een derde van de gemeenten wordt op resultaat bekostigd en vindt afrekening plaats onafhankelijk van de werkelijke inzet in uren of dagdelen zorg. Overigens zijn er veel gemeenten die zeggen dat ze op resultaat inkopen, maar uiteindelijk toch afrekenen op de inzet per uur of dagdeel. Het aantal durfals dat kiest voor vernieuwing is nog erg klein, aldus Telgen.
2. Gemeenten wentelen financiële problemen af op de zorg
De bezuinigingen van gemeenten op de huishoudelijke hulp gaan verder dan de 32 procent die de overheid heeft vastgesteld. Aldus de vakcentrales FNV, CNV en VCP in een open brief aan alle colleges van B en W. De vakcentrales spreken hun zorgen uit over het gebruik van aanbestedingen, want die inkoopvorm is niet meer verplicht. Sommige gemeenten bezuinigen tot wel 60 procent en er zijn ook gemeenten die thuishulp helemaal schrappen. Volgens de bonden laten veel gemeenten zich leiden door de meest gunstige prijs in plaats van kwaliteit. Een 'race to the bottom' noemen ze dit in de brief. Gemeenten hebben sterk de neiging om financiële tegenvallers op andere beleidsterreinen, op te vangen door meer te bezuinigen op de inkoop van zorg en ondersteuning.
3. Wijkteams zetten oude werkwijze voort
Gezien voorgaande is het geen verrassing dat er op de werkvloer nog niet veel veranderd. De ontwikkeling van effectieve sociale wijkteams is complex en zal dan ook meerdere jaren in beslag nemen. Dat komt naar voren in een onderzoek van Universiteit Twente, BMC en Platform 31 onder 26 grotere gemeenten. Wijkteams krijgen vanaf 2015 de opdracht om de toegang tot zorg anders in te vullen, vernieuwende arrangementen te ontwikkelen en de zorg goedkoper te maken.
De meeste gemeenten hebben echter nog geen goed beeld van hoe zij dat willen gaan organiseren. Ook op het gebied van financiering en verantwoording bestaan nog veel onduidelijkheden. Bovendien is het de vraag of de voorwaarden die gemeenten aan de wijkteams stellen, daadwerkelijk leiden tot vernieuwingen. Professionals in wijkteams vervallen daardoor snel in de oude werkwijze van ‘zorgen voor’ in plaats van ‘ondersteunen van’ en versterking van de eigen kracht van burgers.
De wijkteams blijven in de uitvoering hangen in "samenwerking met partners, afspraken maken en elkaar wat gunnen", aldus de onderzoekers. Waarbij betrokken zorgaanbieders angstvallig in de gaten houden dat ze voldoende zorguren kunnen blijven leveren, want dat is noodzakelijk om (financieel gezien) te kunnen overleven. Hoe zo anders, beter en efficiënter? De verwachting dat wijkteams zich richten op het betrekken en versterken van de wijk, blijkt slechts in enkele gemeenten ook in de praktijk gebracht te gaan worden.
4. Zorgaanbieders hebben geen geld en mensen om te innoveren
Zorgaanbieders moeten door alle nieuwe wet- en regelgeving en het schrale inkoopbeleid van gemeenten en verzekeraars enorm bezuinigen. Hele managementlagen, complete zorgteams en ondersteunde stafmedewerkers worden noodgedwongen wegbezuinigd. Voor de extramurale zorg blijkt uit het benchmarkrapport ‘Samen op weg’ van branchevereniging ActiZ het volgende.
De gemiddelde nettomarge van een zorgorganisatie in Nederland is gedaald tot gemiddeld 1,3%. De 1,3% nettomarge bestaat voor een niet onaanzienlijk deel uit resultaat op huisvesting en op rente. Dit betekent dat op zorgverlening gemiddeld gezien nauwelijks rendement wordt gemaakt. Met andere woorden: men houdt geen dubbeltje over. Daarbij komt dat naar verwachting het huisvestings- en het renteresultaat de komende jaren zullen verdampen. Het aantal organisaties dat kan worden aangemerkt als financieel duurzaam is nog maar slechts 33%, aldus brancheorganisatie Actiz.
Zorgorganisaties hebben de overheadkosten inmiddels gereduceerd tot 12,6%. Dat is aanzienlijk lager dan bij ministeries (41,9%), woningcorporaties (34,6%), gemeenten (33,6%), onderwijs (14,4%), en industrie (13,6%). In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, is de zorg veel zuiniger met overheadfuncties dan andere sectoren. Innoveren, vernieuwen, verbeteren gaat niet zomaar. Daar zijn mensen en middelen voor nodig. Zie de researchafdelingen en miljoenen budgetten die bedrijven als Philips daarvoor inzetten. Vernieuwing en verandering komen nu eenmaal 'niet uit de lucht vallen'. Kortom, zorgorganisaties hebben geen geld en geen mensen meer om te innoveren.
If you pay peanuts you get monkeys
Natuurlijk zitten we midden in de grootste stelselverandering ooit en kunnen we niet direct een optimaal resultaat verwachten. Dat zal inderdaad jaren in beslag nemen en dan moeten alle partijen ook nog vol gas blijven geven. Maar als we willen dat het succesvol wordt, dan moeten er een paar dingen gebeuren.Allereerst moeten gemeenten (en zorgverzekeraars) op toegevoegde waarde inkopen en niet sec op prijs (dat betekent ook een andere rol voor inkoopbureaus en andere inkoopmodellen). Hierdoor krijgen zorgaanbieders de ruimte en prikkels om met innovatieve oplossingen te komen. Ten tweede moeten gemeenten (en verzekeraars) een reëele prijs betalen voor de geleverde oplossingen (en financiële tegenvallers niet langer op de zorg afwentelen). Ten derde moeten zorgaanbieders structureel voldoende geld en mensen hebben om te kunnen innoveren. De kosten gaan voor de baat uit, ook in dit geval.
Bronnen:
Samen op weg, Inzichten vanuit de Benchmark in de Zorg, Actiz, 2014.Meta analyse MKBA’s sociale (wijk)teams - integrale aanpakken vergeleken in termen van kosten en baten, LPBL, in opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, januari 2014.
binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/veel-gemeenten-blijven-awbz-tje-spelen.9453202.lynkx
ftm.nl/exclusive/vernieuwing-in-de-zorg-gaat-nog-even-duren/
zorgvisie.nl/Personeel/Nieuws/2014/11/Effectief-wijkteam-laat-nog-jaren-op-zich-wachten-1650966W/
zorgwelzijn.nl/Wmo/Nieuws/2014/8/Gemeenten-stop-bezuiniging-Wmo-in-2015-1584280W/
binnenlandsbestuur.nl/digitaal/nieuws/centraliseren-verlaagt-niet-per-se-de-overhead.671264.lynkx
Toelichting:
(1) Vooral het inschakelen van professionele inkopers en inkoopbureaus heeft een negatief effect. Zij zijn niet gericht op het realiseren van maatschappelijke meerwaarde, maar focussen zich vooral op de inkoopprijs omdat ze daar voor ingeschakeld en beloond worden. Met als gevolg dat er vooral slik-of-stik aanbestedingen worden uitgebracht en er weinig ruimte is om met innovatie oplossingen te komen.Leestip: Wat bezielt mijn klant!? – Ondernemen in onzekere tijden, van Gerco Rietveld. Auteur van Inkoop, managementboek van het jaar in 2010.
(2) Uit Maatschappelijke Kosten-Batenanalyses (MKBA) die zijn gemaakt voor de wijkteams blijkt dat een andere, meer integrale aanpak veel potentie heeft en vier directe effecten kan hebben, mits aan de juiste voorwaarden wordt voldaan: huishoudens met (potentiële) problemen worden eerder bereikt (A), waardoor escalatie wordt voorkomen, maar waardoor tevens de interventiekosten stijgen. De integrale aanpak leidt tot efficiëntere hulpverlening (B) en is daardoor (in potentie) kostenbesparend. Daarnaast is het een effectievere aanpak (C), waardoor meer huishoudens het einddoel bereiken en problemen minder escaleren. En tot slot is er minder terugval doordat de generalisten de huishoudens niet loslaten, maar een vinger aan de pols houden (D).
(3) Ondanks de maatschappelijke hervorming in de langdurige zorg met ingrijpende veranderingen die ook zeker de cliënten en hun familie niet ontgaan, slaagt de zorgbranche erin het cliëntoordeel op een hoog peil te houden. Analyse van de cijfers leert dat zowel de NPS van cliënten (de Net Promoter Score) als de CQ-scores op een hoog peil blijven. De CQ-score is zelfs licht gestegen. Dat laatste geldt over de hele linie.
Geleend van: Gemeenten geven innovatie geen kans, Sjors van Leeuwen
woensdag 19 november 2014
WAAROM DE PARTICIPATIEWET EEN FLOP WORDT
Per 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De deur naar de WSW wordt op slot gedaan en het bedrijfsleven en de overheid gaan 125.000 banen creëren voor arbeidsgehandicapten. Er komen tot 2025 100.000 plekken in het bedrijfsleven en 25.000 bij de overheid.
Als het niet lukt, komt er een Quotumwet en gaan bedrijven en de overheid boetes betalen. Dat wordt leuk voor die overheid, want dat wordt dus belastinggeld betalen, een vestzak-broekzak verhaal.
Mooie beloften, maar gaat dit lukken. Ja, de deur op slot vast wel, maar waar komen die 125.000 banen vandaan? Het wordt pas interessant als dat nieuwe banen zijn.
Maar wat zijn de effecten als dat geen nieuwe banen zijn?
Is het realistisch om te verwachten, dat er nu ineens 125.000 banen voor deze groep bijkomen? Als dat zo is, dan zouden die nu toch allang gecreëerd zijn? Alle regelingen, die bedrijven en de overheid in staat stellen om gesubsidieerde banen te realiseren zijn al jaren in stelling gebracht en hebben een minimaal effect gehad. Te vaak gebruikt men de subsidie zolang het mogelijk is om vervolgens weer afscheid te nemen van de nieuwe medewerker. De meeste bedrijven beginnen er niet aan, omdat ze bang zijn en/of de papierzorgen niet zien zitten.
Laten we optimistisch zijn en uitgaan van 60.000 nieuwe en 60.000 bestaande banen en dat voor beide partijen eens bekijken. Voor het gemak doen we het 50/50 voor overheid en bedrijven.
DE OVERHEID
De overheid maakt 12.500 nieuwe banen, maar waar? We willen een kleiner overheidsapparaat en we gaan werk op het stadhuis creëren? Dat is gas geven en remmen tegelijk. Is er daar dan nu werk, dat niet gedaan wordt en wel zou moeten gebeuren? Ik durf ernstig te betwijfelen of die nieuwe banen er komen.En stel dat het lukt, dan vervangen we dus de ene uitgavenstroom van de overheid (uitkeringen) door een andere (loon+ subsidies). Daar komen de uitgaven voor scholing, inwerken, selectie, jobcarving, aanpassen van arbeidsplekken, etc. bij. Een dure en onverstandige actie.
De overheid maakt 12.500 bestaande banen geschikt voor arbeidsgehandicapten, weer een vestzak-broekzak verhaal. De voorbeelden tot nu toe zijn weinig bemoedigend. Het gaat vooral om substitutie van uitbesteed werk –schoonmaak, groen en catering-. Terwijl er arbeidsplekken gemaakt worden, worden ze tegelijk vernietigd, zo laten voorbeelden in Den Bosch en Ede zien. WSW-ers aan het werk, schoonmaakmedewerkers naar de WWB.
Defensie had grote plannen om de catering uit te besteden, maar komt erop terug, omdat “facilitair een te complexe logistieke operatie is.”
We kunnen vaststellen, dat deze vorm van zelf gaan doen wat eerst uitbesteed wordt, alleen maar extra kosten oplevert. Kosten bij de overheid om het in goede banen te leiden, bij UWV en Sociale diensten om goede kandidaten te vinden, etc.
Kortom, de kans dat dit succesvol gaat lukken en de baten groter zijn dan de kosten acht ik minimaal.
HET BEDRIJFSLEVEN
Een noodzakelijke en primaire voorwaarde voor het bedrijfsleven is winst maken.Winst geeft de ruimte om te investeren, nieuwe mensen aan te nemen, nieuwe producten of diensten te ontwikkelen.
Veel bedrijven hebben de laatste jaren moeite om overeind te blijven. Zij zullen niet genegen zijn om ter wille van de solidariteit arbeidsgehandicapten aan te nemen. Waar ze vacatureruimte hebben kiezen zij voor flexibele contracten, bvk met mensen, die direct inzetbaar zijn en waar ook snel afscheid van te nemen is.
De kans, dat er nu spontaan 50.000 nieuwe banen bijkomen, lijkt mij daarom klein. Het idee dat die er dan komen voor uitkeringsgerechtigden is nog kleiner.
Ook de gedachte dat bedrijven 50.000 bestaande banen gaan omzetten naar plekken voor gehandicapten lijkt irreëel. Vanuit de financiële winstgedachte is er weinig aanleiding denkbaar om dit te verwachten. Vanuit sociale overwegingen zullen er altijd wel werkgevers zijn, die werkplekken gaan realiseren, mits ook daar de lusten groter zijn dan de lasten.
Het bizarre is bovendien, dat die afspraken gemaakt zijn tussen werkgeversorganisaties en de overheid. Hoe die organisaties gaan zorgen, dat hun achterban die banen gaan creëren, is echter onduidelijk. Men verwacht van de overheid een voorzet, maar het is de individuele werkgever, die beslist of hij daarop ingaat.
Kortom, ook van het bedrijfsleven valt niet veel te verwachten.
MAAR WAT VOOR BANEN?
Laten we het volgende obstakel onder de loep nemen: wat voor banen zijn nodig?Vanwege de aard van de doelgroep is het duidelijk dat het vooral gaat om werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Daar zien we de laatste jaren 2 ontwikkelingen:
- • de belangrijkste is dat het aantal banen aan de onderkant steeds meer terugloopt. Werk is verplaatst naar lage lonen landen, automatisering neemt toe, er moet steeds meer gedaan worden door vrijwilligers, de robots rukken op in de zorg, steeds meer werk vraagt om sociale en technische vaardigheden op hoog niveau.
- • steeds meer laaggeschoolde mensen vechten om steeds minder banen. Een nog steeds hoge werkloosheid, een toename van mensen met een uitkering en een groeiend leger ZZP-ers-samen zo’n 1.5 miljoen mensen concurreren met HBO-ers, die noodgedwongen een stapje terug doen, met mensen in de WWB, die verplicht worden om een tegenprestatie te leveren en met vrijwilligers, idealistisch of om toch wat om handen willen hebben. We zien dat mensen met een MBO-opleiding steeds meer moeite hebben om aan het werk te komen. Dat geldt ook voor hoger opgeleiden.
HET IDEOLOGISCH ARGUMENT
Natuurlijk is het mooi, dat Jette Klijnsma opkomt voor de zwakken in de samenleving.Maar nu het aantal mensen in de schulden hand over hand toeneemt, lijkt het zinnig om het gesprek te heropenen. Hebben schoolverlaters, die geen werk kunnen vinden, ook niet recht op een kans op werk? En hoe zit dat met bouwvakkers, die noodgedwongen ZZP-er zijn geworden en nu zonder vangnet van baantje naar baantje zwerven of 50-ers, die in de kracht van hun leven aan de kant gezet zijn?
Het zou in het belang van het terug dringen van de belastingdruk en het herstel van de economie economischer zijn om je te richten op deze groepen.
Dit alles vraagt om een heel andere manier van denken, vraagt om een overheid die zich richt op het stimuleren van banengroei en haar middelen niet inzet om de kansen op de markt te verbeteren van arbeidsgehandicapten, maar op het stimuleren van de economie.
In een volgend artikel zal ik hierop ingaan.
Siebo Hakse, Dwarsdenker
dinsdag 28 oktober 2014
Gevonden in Inspiratiemail en zo mooi
Ik was te Cadzand aan het strand
getuige van een misverstand,
toen ik twee golven hoorde spreken
precies voordat ze zouden breken.
De ene riep: ‘Het is gedaan,
wij zullen hier te pletter slaan!’
De ander zei beslist: ‘Welnee,
je bent geen golf, je bent de zee.
Hein Stufkens
getuige van een misverstand,
toen ik twee golven hoorde spreken
precies voordat ze zouden breken.
De ene riep: ‘Het is gedaan,
wij zullen hier te pletter slaan!’
De ander zei beslist: ‘Welnee,
je bent geen golf, je bent de zee.
Hein Stufkens
Dubbel zo veel werklozen naar bijstand
Het aantal mensen dat na een werkloosheidsuitkering in de bijstand terechtkomt is de afgelopen vijf jaar ruim verdubbeld. Dit blijkt uit maandag gepubliceerd onderzoek van uitkeringsinstantie UWV.
Het aantal WW'ers dat doorstroomt naar de bijstand steeg van bijna 14.000 in 2008 naar bijna 31.000 in 2013. In dezelfde periode is ook het aantal lopende WW-uitkeringen meer dan verdubbeld, aldus UWV. Laagopgeleiden, 55-plussers en alleenstaanden hebben de grootste kans om in de bijstand te komen na de WW.
Nasleep van de crisis
Naar verwachting neemt de doorstroom van de WW naar de bijstand dit en volgend jaar nog licht toe. De economische crisis en de nasleep ervan zorgen dat meer mensen na de WW-uitkering in de bijstand terecht komen.
Een op de zes WW'ers die de maximale uitkeringsduur bereikt, stroomt door naar de bijstand. Het 'doorstroompercentage' daalde aan het begin van de crisis (2008-2010) en is sindsdien stabiel, stelt UWV.
De uitkeringsinstantie ziet met name in delen van de Randstad, Groningen, Friesland en Gelderland procentueel meer WW-gerechtigden in de bijstand komen.
Bron: De Telegraaf van 27 oktober
Het aantal WW'ers dat doorstroomt naar de bijstand steeg van bijna 14.000 in 2008 naar bijna 31.000 in 2013. In dezelfde periode is ook het aantal lopende WW-uitkeringen meer dan verdubbeld, aldus UWV. Laagopgeleiden, 55-plussers en alleenstaanden hebben de grootste kans om in de bijstand te komen na de WW.
Nasleep van de crisis
Naar verwachting neemt de doorstroom van de WW naar de bijstand dit en volgend jaar nog licht toe. De economische crisis en de nasleep ervan zorgen dat meer mensen na de WW-uitkering in de bijstand terecht komen.
Een op de zes WW'ers die de maximale uitkeringsduur bereikt, stroomt door naar de bijstand. Het 'doorstroompercentage' daalde aan het begin van de crisis (2008-2010) en is sindsdien stabiel, stelt UWV.
De uitkeringsinstantie ziet met name in delen van de Randstad, Groningen, Friesland en Gelderland procentueel meer WW-gerechtigden in de bijstand komen.
Bron: De Telegraaf van 27 oktober
dinsdag 26 augustus 2014
Vrijwilliger veroorzaakt meer werkloosheid
"DEN HAAG (ANP) - 26-08-2014. Bron: Sprout
Mensen met betaald werk worden steeds vaker verdrongen door onbetaalde krachten, al dan niet met behoud van uitkering. Daardoor ontstaat een groot maatschappelijk probleem", waarschuwt vakbond CNV Publieke Zaak dinsdag.
Het gevolg is dat er een groep 'nieuwe werklozen’ ontstaat. Ook neemt de kwaliteit van dienstverlening af. Goedkoop voor de werkgever, maar niet voor de maatschappij als geheel, stelt CNV. De bond doet "een klemmend beroep" op het kabinet om de maatschappelijke effecten van verdringing te onderzoeken en hier paal en perk aan te stellen.
Volgens CNV gaat het vaak om oudere werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt en vervolgens alleen vrijwillig of in laaggeschoolde arbeid aan de slag kunnen. Omdat bedrijven liever onbetaalde krachten aannemen kunnen jonge mensen met een diploma volgens de bond geen betaald werk vinden.
Mensen met betaald werk worden steeds vaker verdrongen door onbetaalde krachten, al dan niet met behoud van uitkering. Daardoor ontstaat een groot maatschappelijk probleem", waarschuwt vakbond CNV Publieke Zaak dinsdag.
Het gevolg is dat er een groep 'nieuwe werklozen’ ontstaat. Ook neemt de kwaliteit van dienstverlening af. Goedkoop voor de werkgever, maar niet voor de maatschappij als geheel, stelt CNV. De bond doet "een klemmend beroep" op het kabinet om de maatschappelijke effecten van verdringing te onderzoeken en hier paal en perk aan te stellen.
Volgens CNV gaat het vaak om oudere werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt en vervolgens alleen vrijwillig of in laaggeschoolde arbeid aan de slag kunnen. Omdat bedrijven liever onbetaalde krachten aannemen kunnen jonge mensen met een diploma volgens de bond geen betaald werk vinden.
Abonneren op:
Posts (Atom)