zondag 31 oktober 2010

Apenstreken


Verschenen in Znetwerk, nr.10, 2010


Apenmanagement



Voor de vakantie bezocht ik een dag over apenmanagement in de Apenheul. Het ging over leiderschap. Hoe gaan leiders om met hun mensen, met de stress van de bedreigingen en kansen in de markt, met hun medewerkers en klanten. Ik lees daar graag over om zelf een betere leider te worden en te leren hoe ik anderen kan helpen in leiderschap.
De afgelopen weken trof ik twee boeken uit zeer diverse invalshoeken aan, die mij boeiden.
Professor Mark van Vugt (VU Amsterdam) schreef samen met wetenschapsjournaliste Anjana Ahuja een razend interessant boek “Selected, Why some people lead, why others follow, and why it matters “
Zij stellen zich daarin de vraag waarom we leiders nodig hebben. Teruggaand naar onze voorouders, de apen, maar ook kijkend naar andere dieren, komen zij tot de conclusie dat leiderschap adaptief gedrag is. Voor de groep, de horde en het individu was het in het verleden handig om leiders te hebben. Je kunt je ook voorstellen dat het voor kuddes olifanten of groepen apen goed was om geconfronteerd met aanvallers de sterksten de klap te laten opvangen én te weten, dat de sterkste genen gecombineerd werden tot nieuwe loten aan de stam. De vraag is echter of dit leiderschap nog functioneel is, wanneer de stam miljoenen of miljarden leden omvat. We kiezen nog steeds bij voorkeur lange en grote mannen vanuit onze primitieve kern. Vrouwen lopen in hun optiek dan ook tegen een prehistorisch glazen plafond, omdat ze niet goed genoeg kunnen vechten.
Tegelijk tonen zij aan, dat leiderschap situationeel is. Apen kiezen per keer hun leider, de een voor het gevecht, de ander voor het opvoeden of voedsel zoeken. De biologen in de Apenheul lieten dat ook zien en vertelden hoe vrouwtjesapen het leiderschap van de grote zilverruggen om zeep hielpen via aandacht en sex.

Onze hedendaagse leiders zijn belast (en geloven) dat ze goed zijn voor alles. Dat werkt niet en wordt afgestraft door de groep, via roddels en achterklap, niet actief volgen en andere mechanismen.
Wie dus leider wil zijn, handelt democratisch, luistert naar de groep en heeft oog voor de diverse belangen van de leden. Het helpt niet om jezelf op de borst te trommelen en te roepen, dat je de baas bent of De oplossing hebt voor rechts Nederland.

Wat je wel kunt doen, kun je onder meer leren uit het werk van Judith Glaser. Zij schreef “The DNA of leiderschap”. Daarin beschrijft zij 7 genen, die in het Engels het acroniem CHANGES vormen. Zij pleit voor Community, neem iedereen mee in de besluitvorming, voor Humanity, menslievend gedrag en respect voor verschillen, voor Aspiration, geen dreigcultuur, maar stimuleren van creativiteit. Andere genen zijn Navigation, het delen van de strategie door teams, afdelingen en de organisatie heen; Generativity staat voor het recht en de ruimte voor verwondering, voor onderzoek en innovatie, terwijl Expressivity uitnodigt om risico te nemen, om standpunten in te nemen en jezelf te ontwikkelen. Spirit tenslotte benadrukt het vieren van de successen, het samen waarderen van de succesvolle en het succes.

Dan denk je bijna vanzelf aan die andere 7 van Covey, leiderschap is in de kern dienend.
En eigenlijk hebben beide boeken het toch weer over hetzelfde. Succes in Teamwork en leiderschap is het creëren, in stand houden en laten groeien van mensen (of apen).
En Wilders en Verhagen mogen dan wel lange kerels zijn, het zou me niet verwonderen als die kleine aap van Rutte er straks met de bananen vandoor gaat, want we zijn toch wel een beetje geëvolueerd (hoop ik).

Siebo Hakse, Dwarsdenker

Geen opmerkingen:

Een reactie posten