donderdag 29 juli 2010

Kunnen InHolland en andere scholen studenten sneller laten afstuderen?


Inleiding

De afgelopen week zijn we geconfronteerd met een stroom berichten over mogelijke fraude in het HBO. Volgens reportages bij EenVandaag kregen "eeuwige" studenten bij InHolland onterecht hun diploma. Uit de reacties op die uitzending bleek dit verschijnsel op meer plekken in het gehele voortgezette onderwijs voor te komen. Er werd al snel geroepen om een parlementaire enquête, er werden strenge maatregelen beloofd door bestuurders van scholen, de HBO-raad ontkende alle problemen, kortom veel gedoe over het probleem, maar weinig ging over oplossingen.
Aanleiding genoeg om daar nader op in te gaan, waarbij ik zowel cijfers uit het MBO als het HBO meeneem.

Het probleem van de schoolverlater en de eeuwige student


In januari 2010 verscheen een interessant rapport van de WRR (de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) met als titel "Vertrouwen in de school".
Dit rapport is een zoektocht naar de vraag, hoe scholen kunnen voorkomen dat zogenaamde 'overbelaste' jongeren voortijdig het onderwijs verlaten. Dat zijn leerlingen die gebukt gaan onder een opeenstapeling van problemen, uiteenlopend van beperkte vaardigheden en gedragsproblemen tot gebroken gezinnen, chronische armoede, schulden, verslaving, criminaliteit in de directe omgeving, etc.
Deze jongeren zouden wellicht graag een schooldiploma willen halen, maar de cumulatie van problemen vergt zo veel van hun incasseringsvermogen dat het hen op zeker moment eenvoudig te veel wordt en zij voortijdig de school verlaten.
Veel van deze 'overbelaste' leerlingen wonen in de vier grote steden.

Wat is het globale beeld?

Een eerste blik op de beschikbare cijfers is weinig opwekkend: van de circa 200.000 kinderen die jaarlijks het voortgezet onderwijs instromen, blijkt ongeveer een kwart vroeg of laat in hun schoolcarrière uit te vallen. Zij tellen als voortijdig schoolverlater (vsv-er).
Kijken we alleen naar het (v)mbo, dan is het beeld nog pregnanter: van de circa 110.000 instromers valt zelfs meer dan veertig procent vroeg of laat uit. Wat betreft de ontwikkeling in de tijd: de uitval is weliswaar al een aantal jaren aan het dalen, maar dat gaat met erg kleine stapjes.

Het is duidelijk dat we over een groot maatschappelijk probleem praten: de kosten van uitval voor de Nederlandse economie in termen van productieverlies enerzijds, van herstel en correctie via hulpverlening, justitie en uitkeringen anderzijds lopen vermoedelijk eerder in de miljarden dan in de miljoenen. Dit ondanks het feit dat een gedeelte van deze schoolverlaters toch werk vindt of later alsnog een opleiding gaat volgen. Het is bovendien een multigeneratieprobleem. Een lage sociaal economische status van de ouders is een goede indicator voor schooluitval.

Kijken we naar oplossingen, die de WRR aandraagt, dan valt op, dat de slinger van de klok weer terug lijkt te gaan.
De WRR pleit voor schaalverkleining, small wordt weer beautiful. We komen er achter, dat de grote leerfabrieken leiden tot anomie, gebrek aan identificatie en geborgenheid. Er moeten weer kleine scholen komen, waar een enthousiast team van docenten zorgt voor hun leerlingen, waar vader- of moederfiguren rondlopen en de leerling zich gezien en erkend weet. Duidelijkheid en structuur zijn nodig naast warmte en aandacht.
Dat vraagt om leraren, die verder kijken dan hun vak, die zich het aantrekken dat hun leerlingen dreigen uit te vallen en die meerdere vakken kunnen geven. Niet alle docenten zijn hiertoe in staat.

Bezien we de cijfers over het HBO (bron: CBS), dan is 57% in 5 jaar afgestudeerd en 75% na 9 jaar. 20% is dan al afgehaakt.
In het HBO zien we nog een aantal andere uitval redenen: uitgeloten, die een parkeerstudie doen, werkenden of ouders, die bezwijken onder de combinatie school-werk-thuis, financiële problemen.
Vanwege de combinatie onderwijs-intelligentie-motivatie-focus-persoonlijke omstandigheden lukt het hen niet om de studie af te ronden.
Zij verlaten de school zonder diploma, de school mist die €10.000, die ze wel geïnvesteerd heeft.
_________________________________________________________

"Docenten beoordeeld op snelheid"

25 juni 2010 / ANP (Bron: VK-banen)
De HBO-raad vindt het een goed idee dat docenten ook worden beoordeeld op het tijdig inleveren van proefwerken en tentamens.
Leerlingen van de Hogeschool Rotterdam hadden zich beklaagd over enkele docenten die soms wel heel lang doen over het nakijken.
Het college van bestuur van de hogeschool reageerde als een onderneming met de leus 'klant is koning'. De docenten worden nu strak gehouden aan de twintig werkdagen die staan voor het nakijken van proefwerken en tentamens. Wie zich daar niet aan houdt, krijgt dat ook te horen en te zien in zijn of haar beoordeling. Niet dat ze direct ontslagen worden, want er zijn meer criteria om een docent te beoordelen.

Een woordvoerster van de HBO-raad, de vereniging van hogescholen, zegt zich bij dergelijke maatregelen alles te kunnen voorstellen. Voor zo ver ze kan nagaan zijn er geen andere scholen in Nederland die dergelijke criteria kennen om docenten te beoordelen. 'Wij kunnen ons voorstellen dat andere scholen hier ook mee gaan werken', aldus de woordvoerster van de HBO-raad.
In enkele gevallen duurde het maanden langer dan afgesproken voordat leraren het nagekeken werk teruggaven aan leerlingen. Gerard Drielen, lid van het college van bestuur, benadrukt dat het weliswaar om uitzonderingen gaat, maar dat het college een serieuze zaak wil maken van wat hij noemt 'de kleine ergernissen'.
______________________________________________________________

Pareto en Goldratt

Wat ik zeer gemist heb in de adviezen van de WRR, is aandacht voor de inrichting van het onderwijsprogramma.
Daarvoor grijp ik terug op de Wet van Pareto, ook wel bekend als de 80/20 regel en het werk van Goldratt (zie mijn eerdere blog).


De Wet van Pareto gaat uit van de zogenaamde normaalverdeling. Toegepast op bv studenten in het HBO-onderwijs, zegt deze wet dat 20% van de studenten de studie met gemak aankan en 80% er echt voor moet werken of anders: 20% kan de studie niet aan, 80% kan het halen, maar als dat 9 jaar moet duren?.
Onderwijs en lessen zijn vooral geconcentreerd rond de 60% in het midden, de wet van de grootste gemene deler. Onderwijs wordt gegeven op generieke modellen, iedereen moet door dezelfde molen. Hetzelfde probleem was al bekend uit het basisonderwijs, erg slimme en erg domme leerlingen kwamen te weinig aan hun trekken. Daar wordt nu met veel moeite wat aan gedaan.

Eli Goldratt is vooral bekend door zijn managementboeken uit de profitsector. Hij beschouwt het maken van producten als een keten van opeenvolgende handelingen, die in een systeem samenhangen. Het is volgens hem de kunst om de zwakste schakel te zoeken en deze te versterken. Lukt dit, dan wordt de keten als geheel sterker. Er ontstaat een nieuwe zwakste schakel, die na versterking leidt tot een nog betere keten. In zijn ideeën over onderwijs beschouwt hij een diploma als het gewenste eindproduct en vraagt elke student om een eigen projectmatige aanpak om het gewenste doel te bereiken.
In een verkennend onderzoek afgelopen jaar bij de Hogeschool Rotterdam, gebruikmakend van een onderzoek uit Israël, hebben wij met docenten en management dit model getoetst en uitgewerkt.
Op het moment van onze binnenkomst verkeerde de opleiding in zwaar weer. Onvrede bij studenten, docenten, management en CvB over de studie was groot. Veel uitval van lessen, studenten en docenten. Management dat uit alle macht probeerde de neerwaartse spiraal te doorbreken.
In een tweedaagse conferentie hebben we de doelstelling van de HBO-opleiding vastgesteld, onderzocht wat de belangrijkste belemmeringen waren en daar oplossingen voor gevonden, die haalbaar waren.

Doel, problemen en uitkomsten

Het doel is gedefinieerd als zoveel mogelijk studenten zo snel mogelijk opleiden tot goede beginnende beroepsbeoefenaren.
Problemen konden ondergebracht worden in 3 grote groepen, ik beschrijf hier de grootste belemmeringen en oplossingen:
  • Het gedrag van studenten: hoe staan zij in de opleiding, hoe gaan zij om met tegenslag, is er hulp en aandacht, hoe gebruiken zij de school en medestudenten om hun doel te bereiken.
    De oplossing was een leercontract waar school en student zich aan committeren. Als school wil je geen energie verspillen aan mensen, die niet willen, wel aan studenten die niet kunnen.
  • Het onderwijsproces, de kunst van het lesgeven. Het grootste probleem, dat we getackeld hebben, is de uniforme wijze van lesgeven aan alle studenten. De huidige situatie; of je dom of slim bent, je krijgt een jaar (of een trimester) een vak. Waarom dat zo moet, is ingegeven door schoolorganisatie, niet door de behoefte van de student. De oplossing was een diagnostische toets aan het begin, zodat studenten een beeld krijgen waar ze staan en wat ze nog moeten leren. Halverwege een tussentoets. Wie daar goed op scoorde, hoefde de lessen verder niet te volgen en kon zijn energie elders inzetten. De winst voor de docent: een kleine klas voor het vervolg, waarbij duidelijk was, waar de problemen lagen, meer aandacht voor het individu (één van de grootste klachten in het huidige HBO).
    Daar kwamen zaken bij als:
    • vakken meer geconcentreerd geven, dus niet meer verspreid over jaren, maar bv in een half jaar en
    • vakken vaker geven door gebruik te maken van moderne media (lessen terugkijken via video, bv)
    • toetsen zo veel als toegestaan is binnen (wettelijke) kaders mogelijk maken
    • moeilijke vakken zo snel mogelijk aan het begin van de opleiding, zodat er voldoende tijd was om het vak alsnog te halen.
  • Aanpak van het hele systeem, uiteenvallend in twee elementen, dagelijkse logistiek en projectmanagement.
    • Dagelijkse logistiek gaat eerst over het combineren van klassen, docent, studenten en tijd, dit communiceren, ook als er veranderingen zijn door uitval. Een belangrijk probleem bij het roosteren waren de verworven rechten van docenten. De ene docent moet zijn kind van de BSO halen, de ander doet zijn stagebezoek altijd op donderdag, etc. We hebben eerst groepen van docenten gevormd, die samen verantwoordelijk zijn voor een cluster vakken en elkaar kunnen vervangen, daarna moest er gekeken worden naar de legitimiteit van alle uitzonderingsregels.
    • Projectmanagement: onderwijs gaat ten onder aan projecten. Om bij te blijven bij de eisen van de tijd, het ministerie, het management en het vak starten opleidingen talloze projecten op. Het gevolg: door de bomen het bos niet meer zien, halve bijdragen aan alle projectgroepen waar men in zit, veelal niet op tijd en niet conform afspraak klaar, geen tijd voor onderwijs, etc. Goldratt heeft hiervoor multiprojectmanagement bedacht met als hoofdpunt, dat er nooit meer dan 8-10 projecten mogen lopen en de rest in de pijplijn gaat. Een nieuw project mag alleen starten als een lopend project klaar is of stil gelegd wordt.
     
Conform dit laatste punt zijn wij met elkaar tot een projectaanpak gekomen, waarin eerst 6 en vervolgens 4 (deel)projecten gestart moesten worden. Daarin werd het bovenstaande en nog veel meer aangepakt. Aan het eind waren deelnemers ervan overtuigd, dat het zo mogelijk was om de 4-jarige opleiding in 3 jaar te laten doen door een deel van de studenten.

Wat valt er te leren voor InHolland en andere scholen uit dit voorbeeld?

Uitgangspunten: de huidige regeling in het HBO, waarbij een school €10.000 per student krijgt is op zich geen perverse regeling, zoals gesuggereerd is in de uitzendingen van EenVandaag. Het oude lumpsumsysteem, waarbij de school altijd een vast budget kreeg, was geen stimulans voor snelle uitstroom, dit wel. Ten tweede ga ik ervan uit, dat opleidingen en docenten hun uiterste best doen om hun studenten te helpen om dat diploma snel te halen. Dat ze niet altijd de juiste dingen doen, moge duidelijk worden uit de nu geconstateerde praktijk. Einstein zei: "Je kunt problemen niet oplossen met dezelfde middelen als waarmee je ze gecreëerd hebt."
De manier van denken, die wij hier introduceren, vraagt een grote verschuiving in denken, een totaal andere manier van organiseren. Het biedt wel grote kansen om mensen snel en succesvol naar de arbeidsmarkt te brengen en de zogenaamde "Theo-routes", zoals de versnelde variant bij InHolland bekend staat, te voorkomen.

Siebo Hakse, Dwarsdenker
Lijkt u dit een oplossing voor uw opleiding of school, mail ons op
info@taotao.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten